Als de weekendtandarts had gezegd: 'Mevrouw, ik hoef maar kort te
boren en daarom stel ik voor dat we niet verdoven. U voelt er vrijwel niets
van. Wat vindt u?' Dan had ik misschien wel op zijn ervaring vertrouwd en
waarschijnlijk zou ik me dan niet zo voelen als ik me nu voel. Maar zo ging het
niet.
Gisteren brak er
een stuk van mijn kies af. Ik knaagde niet op een nootje of op een ander hard
ding. Ik at gewoon een boterham met een zachtgekookt eitje. Eerst dacht ik nog
dat ik op een stukje eierschaal beet, maar toen ik de krater in mijn mond
voelde, wist ik dat het mis was.
Wat doe je dan? In Zwolle moet je dan een weekendtandartsendienst
bellen en zij hebben een 0900-nummer. Dat kost je 80 cent per minuut.
Gekscherend zei ik nog tegen het thuisfront, dat ze niet het lef zouden hebben
me voor zoveel geld in de wacht te zetten... Maar dat deden ze wel. Het
telefoontje kostte me ongeveer 4 euro. Je zult een AOW of bijstandsuitkering
hebben!
De telefoniste gaf
me het telefoonnummer van de weekendtandarts. Ze vertelde me dat ze me niet kon
inplannen, omdat deze tandarts onafhankelijk wil zijn. Ik moest hem dus zelf
bellen. Ik belde naar zijn praktijk en ik kreeg contact met zijn
voicemailbandje. Op dwingende toon zei hij me dat ik het hele bandje moest
afluisteren. Hij had het over pijnspreekuren en abcessen en hij gaf een
06-nummer. Toen verbrak de verbinding. Ik laat me niet voor één gat vangen en
daarom belde ik zijn mobiel. Geen contact. Ik probeerde het nog een paar
keer.
Ondertussen voelde
het gat in mijn kies als een kanonsgat en visioenen van rottende kiezen,
slechte adem en urenlange ellende in de tandartsstoel knalden door mijn hoofd.
Gefrustreerd googelde ik die man eens op het internet... Niets! Daarna vulde ik
zijn naam in op Twitter. Door wat ik toen las, daalde mijn vertrouwen in hem tot een absoluut nulpunt. Het bovenste bericht ging over koude, stijve
tepels en de vijf daaronder over drank... Durf je aan zo'n man je tanden toe te
vertrouwen? Kun je naar iets anders kijken dan naar zijn tepels als je hem een
hand geeft?
Ik belde de
weekendtandartsendienst terug of ik ook naar een andere tandarts kon. Dit keer kwam ik niet in een dure wachtrij te staan, maar de telefoniste kon me ook niet verder helpen. Er was geen andere tandarts en ik moest gewoon blijven bellen.
Uiteindelijk heb ik 'm maar een sms gestuurd en toen ik daarna weer belde, nam
hij de telefoon op. Ik moest de volgende dag naar zijn pijnspreekuur komen.
Op zondagochtend
om tien voor half twaalf stond ik op zijn stoep. Ik mocht meteen doorlopen naar
de stoel. Bij elke stap gleed ik een paar jaar terug in de tijd. Had het met de
inrichting te maken? Wat een aftandse praktijk. Het interieur zag eruit alsof
het vijfentwintig jaar geleden al was afgeschreven. De stoel deed me meteen
denken aan die stoel uit mijn kindertijd. Ik moest mijn mond open doen en de
weekendtandarts keek een halve seconde naar mijn afgebrokkelde kies. Daarna
pakte hij de boor en voor ik het wist, zat hij in mijn mond. 'Gaat u niet
verdoven?' riep ik nog, maar toen had hij de boor al in de kies gezet. 'Dit
verdoof ik niet,' was alles wat hij zei. Toen voelde ik een felle pijn in mijn
kaak, precies zoals ik dat zo vaak had gevoeld in mijn lagere schooltijd.
Gelukkig duurde het nog geen halve minuut, maar voor mijn gevoel duurde het een
jaar of acht: de periode waarin ik twee keer per jaar op de tandartsstoel zat bij
tandarts De Vet aan het Simon van Slingelandtplein. Hij maakte lucratieve
kunstwerken van de gebitjes van mijn zusje en mij. Hoe goed we ook poetsten,
altijd hadden we gaatjes en dan boorde hij zonder verdoving in onze parelwitte
kindertandjes. Pijnstilling werd namelijk niet vergoed door het ziekenfonds.
Wij gilden zo hard dat onze moeder in paniek buiten ging staan. Ze kon er niets
aan doen, ze was niet opgewassen tegen die autoritaire man en de marteling.
Vandaag stond ik
binnen vijf minuten buiten. De weekendtandarts had gelijk, de verdoving zou
erger zijn geweest dan het boren. Toch vlamde de woede door mijn lijf. Deze
tandarts had geen enkel respect voor mij als patiënt gehad. Mijn mond
is van mij. Daarin mag hij even, goed betaald, aan het werk. Communicatie en
respect voor mij als patiënt zijn daarbij van essentieel belang!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten