maandag 11 april 2011

Een woordje buiten de grens spreken

Deze week wordt er in huize Tekstbureau T.I.M. Engels gesproken in plaats van Nederlands. Dat is wel even wennen, want dat doen we niet dagelijks. Als taalnerd voel ik heel erg de drang om zo keurig en grammaticaal mogelijk te spreken en ik weet uit ervaring dat mij dat enorm blokkeert. Voor ik een buitenlandse zin uitspreek, ontleed ik hem eerst in mijn hoofd. Staat de bepaling op de juiste plek? Heb ik het werkwoord goed vervoegd? Ik weet dat de meeste Nederlanders zich daarover niet druk maken, want mijn studenten roepen altijd dat ze voor Engels op C1-niveau zitten. Ja natuurlijk, alsof ze native speakers zijn!

Voor onze Italiaanse logee is het helemaal een drama, want ze spreekt - volgens mijn dochter - slecht Engels. Het meisje (van een jaar of vijftien) verblijft vijf dagen bij mensen waarmee ze niet kan communiceren. Ze doet mee aan deze logeerpartij, omdat haar school en de school van mijn dochter een uitwisseling tot stand hebben gebracht.

Op dit soort momenten wens je bijna dat Esperanto de tweede taal in Europa was geworden. Dan zou ons logeetje gewoon gezellig kunnen beppen met mijn dochter. Vanavond kook ik macaroni en ik duim, dat het kind geen heimwee krijgt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten